donderdag 30 juni 2011

De eerste ereburgers van Ieper

28 november 1954 wordt een memorabele dag in de geschiedenis van de firma Picañol, want op die dag vierde Picañol feest. Het kleine bedrijf van voor de Tweede Wereldoorlog is stilaan uitgegroeid tot een speler van wereldformaat. Het aantal werknemers is al gegroeid tot zevenhonderd waardoor Picañol een aanzienlijke bijdrage levert tot de werkgelegenheid in de regio Ieper. De feestelijkheden starten met een samenkomst van directie en werknemers bij de bedrijfsgebouwen. Met de Harmonie Picañol voorop trekt men in stoet naar de kathedraal om de jubileummis bij te wonen. Eerst wordt een bloemenkrans bij het monument van de gesneuvelden neergelegd. Daarna wordt de delegatie ontvangen op het stadhuis, waar ook 41 mensen gedecoreerd worden. De verdienste van de twee pioniers van de ‘NV Weefautomaten Picañol’ is ook bij het stadsbestuur niet onopgemerkt voorbijgegaan. Ze weten maar al te goed wat de firma voor de stad heeft betekend. Daarom worden Karel Steverlynck en Jaimé Picañol als blijk van waardering benoemd tot de allereerste ereburgers van de stad Ieper, en dat als niet-Ieperlingen.

maandag 27 juni 2011

Succes over het Kanaal

Ook in het Verenigd Koninkrijk krijgt Picañol stilaan voet aan wal. Ondanks de sterke invoerbeperkingen en de 14% invoerrechten van de Britse regering, slaagt Picañol erin om dankzij uitstekende proefresultaten enkele Britse klanten te overtuigen van de kwaliteit van zijn producten. Vooral de bereidheid om de weefgetouwen aan te passen aan de speciale wensen van de klant blijkt een overtuigend argument te zijn. Wanneer bovendien aan de eisen van de ‘British Cotton Board’ kan voldaan worden is het hek helemaal van de dam. Om aan deze voorwaarden te voldoen moet worden aangetoond dat het product van de buitenlandse leverancier beter aan de behoeften van de koper voldoet dan het eigen, binnenlandse product. Na vergelijking met het getouw van de Engelse constructeur British Northrop heft het ‘Ministry of Commerce’ uiteindelijk de invoerrechten voor het Verenigd Koninkrijk op. Nog vóór het eind van 1962 zullen er ongeveer 3.000 Picañolgetouwen in het Verenigd Koninkrijk draaien. Al deze speciale uitvoeringen en de hoge prestaties van de getouwen leiden ertoe dat de President in 1970 zelfs prijkt op bankbriefjes van 5 Pond van Noord-Ierland.

vrijdag 24 juni 2011

Vooruitstrevende service

De keuze van Nijverdal-Ten Cate voor het President-getouw en de ermee gepaard gaande service maakt enorme indruk op andere potentiële kopers. Dit leidt tot nieuwe contracten, niet alleen in Turkije en Egypte, maar ook in Frankrijk en Duitsland vindt het President-getouw gretig nieuwe afzetgebieden. Stilaan strekt het afzetgebied zich ook uit in de Afrikaanse landen. In 1953 start de grote montage van President-weefmachines in het toenmalige Kongo bij de firma Utexleo. De toename van de verkoop zorgt ervoor dat de productiecapaciteit moet worden opgedreven. Om de geleverde machines optimaal te laten renderen, kiest Picañol ervoor om een opleiding in te richten voor gespecialiseerde technici van over de ganse wereld. In Ieper worden ze getraind in het monteren van getouwen en het afregelen ervan. Eenmaal volledig op de hoogte van het vak keren ze terug naar hun land om daar ter plaatse de nieuw geleverde machines op te starten en het onderhoud te verzorgen. Ook vandaag doet Picanol nog altijd veel inspanningen om zijn buitenmonteurs op de hoogte te houden van de laatste technische machineveranderingen. Zo worden jaarlijks verschillende interne seminaries of ’monteursdagen’ georganiseerd.

dinsdag 21 juni 2011

Sociaal fonds

Om de werknemers te kunnen helpen bij ‘sociale gevallen en tegenspoed’ wordt in het bedrijf een sociaal fonds opgericht. Dit fonds vindt zijn oorsprong in de bedrijfsvoetbalploeg, door iedereen gekend als W.A.P. Sport. Bernard Steverlynck en Roger Bolle leggen hiermee de basis van wat later het Sociaal Fonds zal worden. Tot en met 31 december 1952 helpt en steunt de voetbalvereniging zieke of gekwetste werknemers financieel tijdens hun periode van inactiviteit. Werknemers kunnen door een lidkaart te kopen bij het Sociaal Fonds, bij ziekte of tegenslag een vergoeding krijgen volgens het toenmalig vermogen van de kas. In 1952 worden met de steun van enkele vooruitstrevende personeelsleden de statuten vastgelegd. Onder het toezicht van de directie en de ondernemingsraad wordt de beheerraad van ’De Dageraad’ samengesteld. Op 9 januari 1953 gaat de eerste vergadering door. Directeur-generaal Maurice Huvelle is de eerste voorzitter. Gezien M. Huvelle echter vaak in het buitenland verblijft, neemt Jan Elebaers het voorzitterschap in februari over. Dankzij de bijdragen van leden en de tegemoetkomingen van de directie is het Sociaal Fonds in staat steun te verlenen aan diverse verenigingen, bij ziekte, ongeval, overlijden of andere familiale gebeurtenissen zoals huwelijken of geboortes. Ook voor wie na zijn dienstjaren van een verdiend pensioen gaat genieten doet het Sociaal Fonds nog een duit in het zakje.

vrijdag 17 juni 2011

De Picañol sporthoogdag

Op 17 augustus 1952 ging de allereerste Picañol sporthoogdag door. Drie sporten kwamen aan bod, namelijk basketbal, atletiek en voetbal. Het begon allemaal met een ‘gedacht’ van een paar leden van de Feestcommissie. Dat idee heette toen nog niet ‘hoogdag’, wat het later in de letterlijke zin van het woord zou worden. Het was gewoon een groots opgevatte sportwedstrijd, waaraan men dan de naam ‘Dwars door Ieper’ is gaan geven. Daarvan is echter niets terug te vinden in het programma van de Sporthoogdag, zoals hij uiteindelijk plaatsvond. Maar dergelijke durvende ideeën brachten andere met zich mee. Het ‘gedacht’ werd voorgelegd aan de Feestcommissie, en op het einde van de vergadering stond het reeds vast: Picañol zou zijn eerste sporthoogdag krijgen. Uiteindelijk werd dit grootse evenement in samenwerking met het stadsbestuur, de firma Bekaert, de voetbalclubs K.V.C.S. Ieper, White Star Ieper en W.A.P. Sport Ieper, de Atletiek- en Basketvereniging Athlon en de Harmonie Picañol succesvol georganiseerd. De eerste Picañol sporthoogdag was niet alleen een primeur voor het bedrijf, het was ook meteen de eerste in zijn aard in ons land. Om het nog unieker te maken, werd dit evenement eveneens het debuut van Athlon als basketbalploeg. De ploeg nam het niet onverdienstelijk op tegen Bekaert, de buren uit Zwevegem. De eerste twee speelkwartieren gingen zeer gelijkopgaand en Athlon kon de tegenstander bij momenten schrik aanjagen. Jammer genoeg kwam het in de laatste helft tot een ware inzinking met 14-24 als gevolg. Te zware eindcijfers zo was iedereen nadien echter eens. Niettemin werd met dit optreden bewezen dat er toekomst zit in deze groep. Na de middag namen de Athlon-atleten gepast wraak door na een prachtige wedstrijd Cercle Ieper en Bekaert te verslaan. Nadien werd ook nog gevoetbald: White Star Ieper gaf Cercle Ieper partij voor de Picañol-beker. De wedstrijd eindigde echter onbeslist, waardoor de beker 6 maanden naar White Star ging en 6 naar Cercle. Ongeveer duizendvijfhonderd mensen woonden deze eerste Picañol sporthoogdag bij.

dinsdag 14 juni 2011

De grote doorbraak

De grote doorbraak komt er een goed jaar na de ITMA-tentoonstelling in Rijsel. In 1952 vraagt de Koninklijke Textielfabrieken Nijverdal-Ten Cate, de grootste Nederlandse weverij op dat moment, een offerte voor een levering van 800 weefgetouwen. Daar krijgt Picañol de kans om te bewijzen wat het kan tegenover de toenmalige ‘gevestigde waarden’. Dankzij de technische samenwerking van Jaimé Picañol en Joseph Vermandere kan aan de speciale wensen van Ten Cate voldaan worden. Na overleg tussen de ingenieurs van Picañol en de mogelijke nieuwe klant wordt het getouw herwerkt en ontstaat er in korte tijd een gewijzigde President. Een aantal van deze machines worden in Nijverdal-Ten Cate op proef geïnstalleerd om ze uitvoerig te testen tegenover deze van de concurrentie. Dankzij de vele bezoeken en de samenwerking met het T.N.O. (Technisch en Natuurwetenschappelijk Onderzoek) te Delft wordt een speciale kambeweging ontworpen. Door het toepassen van de trapsgewijze kruising of ‘trittelering’ is men erin geslaagd om hemdenpopeline een speciaal karakter te bezorgen. Het toeval wil dat deze nieuwe machines starten met het nummer 4711 wat hen bekend maakt als de ‘eau de cologne’ serie. Op basis van de testresultaten beslist Nijverdal-Ten Cate om een bestelling van 800 getouwen te plaatsen bij Picañol. Naast de technische en commerciële aanpak is er ook nog een niet te verwachten element dat heeft meegespeeld, namelijk het feit dat beide partners dezelfde taal spreken! Tegen 1961 zal Picañol maar liefst 2500 getouwen aan Ten Cate leveren.

vrijdag 10 juni 2011

De ‘clock spring’ affaire

In de jaren vijftig wil Emmanuel Steverlynck koste wat het kost de belangrijke Amerikaanse markt binnendringen, maar dit is geen sinecure. Tot nu toe nemen twee nationale bedrijven een monopoliepositie in op deze markt, wat een merkbare invloed heeft op de prijs. Maar als Picañol toch doorbreekt op de Amerikaanse markt, is dit deels te danken aan de ‘clock spring’ affaire. De firma Draper, de grootste Amerikaanse concurrent, wil met man en macht verhinderen dat Picañol in de Verenigde Staten getouwen aan de man brengt. Zo dagen ze Picañol voor de rechter wegens inbreuk op een patent dat ze in 1952 hebben neergelegd. Dit patent omschrijft het gebruik van spiraalveren (‘clock springs’) voor het terugtrekken van de weeframen op een weefmachine. Het patentenbureau Bockstael kan echter aantonen dat Picañol een dergelijk terugtreksysteem al op de ITMA in Rijsel (1951) had tentoongesteld en er dus al enkele jaren van ontwikkeling aan vooraf waren gegaan. Bovendien had de familie Picañol uit Sabadell reeds voor hun komst naar Ieper een brevet ingediend over ‘het gebruik van spiraalveren voor het optrekken van rolluiken’. Omdat Picañol intussen ook zelf een brevet had ingediend voor het gebruik van meervoudige ‘clock springs’, is Draper nooit in staat geweest om brede en zwaardoekmachines op de markt te brengen.

dinsdag 7 juni 2011

Buitenlandse relaties

Onder impuls van Emmanuel Steverlynck, G. Lietaer en H.B. Hess worden bevoorrechte relaties opgebouwd met textielondernemers over de hele wereld. Hiervoor richt het bedrijf in de belangrijkste landen agentschappen op om de textielregio te verkennen. De verkoopdirecteurs trekken met hun technische en commerciële bagage op pad, als echte globetrotters die de keiharde strijd met de sterke concurrentie willen aangaan. Omdat reizen met het vliegtuig nog niet is ingeburgerd, worden de verre klanten nog met de wagen bezocht. Meerdere keren trekt Emmanuel door het Turkse bergland om er weefmachines aan de man te brengen. Dankzij deze inspanningen komt hij in contact met Mr. Dereoglou, die in Istanbul als plaatselijk agent een belangrijke rol zal spelen. Mensucat Central, het toonaangevende textielbedrijf van Fuad Bezmen in de Turkse hoofdstad, wordt één van de belangrijkste Turkse klanten in die periode. In Duitsland, dat bijna totaal verwoest uit de Tweede Wereldoorlog is gekomen, ligt er een aanzienlijke markt open. Westfalen (de textielstreek bij uitstek) heeft grote nood aan nieuwe getouwen. Het plaatselijke agentschap van Dr. Freitag zal er een grote rol spelen. In Engeland, dat inzake textiel een eerder verouderd machinepark bezit, is vooral de streek van Lancashire een belangrijk afzetgebied. De nieuwe President-getouwen worden er door bemiddeling van Mr. Maynard aan de man gebracht. Italië beschikt over eigen getouwenconstructeurs. Maar dankzij de inzet van Franco Rizzi en Emilio Zuppinger zullen hier meer dan 10.000 President-getouwen verkocht worden. Grote textielbedrijven waaronder Bassetti en Standardtella geven de voorkeur aan de Ieperse getouwen. Het zijn klinkende namen die voor altijd in het geheugen van de verkopers gegrift blijven. Ook in het noorden van Frankrijk bevinden zich vele weverijen. Michel Derville krijgt de taak toevertrouwd om ‘Picañol France’ in Tourcoing op punt te zetten. Diedrichs en S.A.C.M. vormen op dat ogenblik de grote concurrenten in Frankrijk. Naast het textielgebied in de Vogezen, het operatieterrein van Christian Chevalier, is vooral de streek van Lyon bekend voor het verweven van zijde.