maandag 25 juli 2011

De President bij de Presidenten

Eind 1959 brengt President Nasser, op dat moment staatshoofd van de Verenigde Arabische Republiek, een bezoek aan het belangrijke industriecentrum MISR te Helouan, Egypte. Al in 1958 werd gestart met het vervaardigen van weefgetouwen voor MISR. Verschillende ladingen vertrokken naar de haven van Antwerpen om er verscheept te worden. Zo werden maar liefst 816 weefgetouwen besteld, die ondergebracht werden in een nieuwe fabriek uitsluitend bestemd voor onze weefmachines. Onze monteerders gingen er aan de slag onder tropische temperaturen en maakten kennis met de lokale gebruiken. Zo mocht een ritje op het schip van de woestijn zeker niet ontbreken. Het vet van de kameel werd trouwens voor de bereiding van diverse schotels gebruikt. De monteerders ter plaatse stelden vast dat dit voor de geliefde frieten minder minder geschikt was gezien ze aan elkaar plakten… (foto: Roland Desquirez als flinke kameelruiter)

zaterdag 23 juli 2011

Samenwerking met Joegoslavië

In 1959 komt het ook tot een handelsovereenkomst tussen Picañol en de constructiefirma Tekstilstroj uit Zagreb voor het vervaardigen van weefgetouwen. Deze overeenkomst zorgt ervoor dat Picañol praktisch het monopolie op de Joegoslavische markt verzekert. De samenwerking met Picañol kwam tot stand nadat Joegoslavische vertegenwoordigers met meerdere constructeurs contact namen maar tot de vaststelling kwamen dat het Picañolgetouw de meeste voordelen bood voor de Joegoslavische markt. (foto: Bernard en Emmanuel Steverlynck met de Joegoslavische delegatie)

maandag 18 juli 2011

De 1000° werknemer

Van 12 tot 21 september 1959 vond in Milaan opnieuw een internationale ITMA-tentoonstelling plaats, na ITMA ’51 in Parijs en ITMA ’55 in Brussel. In Milaan komt Picañol met een nieuwe gerationaliseerd systeem voor de toevoer van inslagdraden op zijn machines naar buiten. De Unifil-spoelmachine, van Amerikaanse oorsprong, wordt voor de eerste maal op het President-getouw aangebouwd. Een andere vernieuwing is de automatische laadinrichting voor schietspoelen van de Zwitserse firma Georg Fischer. Op de beurs maakt Picañol tijdens een persconferentie bekend dat het een akkoord gesloten heeft met de Amerikaanse firma Saco-Lowell uit Boston. Saco-Lowell zal voortaan Picañol vertegenwoordigen in de Verenigde Staten en Canada. De vooruitzichten zijn op dat moment zeer rooskleurig. Grote bestellingen worden geboekt en wat het prospecteren van nieuwe markten aangaat is Emmanuel Steverlynck vol enthousiasme over landen waar het tot nog toe uitgesloten was ook maar één enkel weefgetouw in te voeren (gezien die landen over eigen makelij beschikken en zich stug hielden aan eigen fabricatie). Dat de textielbeurs in Milaan geen windeieren heeft gelegd bewijst het aantal werknemers: op 10 december 1959 wordt de 1000° werknemer gehuldigd: Gaston Delameilleure.

vrijdag 15 juli 2011

Nieuwe weefzaal in Nijverdal

Op 24 januari 1959 wordt een nieuwe automatenweverij in gebruik genomen bij de Koninklijke Textielfabrieken Nijverdal – Ten Cate NV in Nederland. Dit concern, op dat moment een van de grote textielbedrijven in Europa, heeft 6090 weefgetouwen waarvan één vijfde uit Ieper komt. De nieuwe automatenweverij, in een zaal volgens de modernste opvattingen gebouwd met constante temperatuur en vochtigheid, is gevuld met 360 Presidentgetouwen. De officiële ingebruikname wordt bijgewoond door vele autoriteiten uit de Nederlandse overheid en uit de textielwereld. Na de spreekbeurten volgt de protocollaire start waarna binnen enkele seconden alle 360 getouwen draaien. Het succes van de weefgetouwen blijft niet onopgemerkt. Eind jaren 50 vinden meer en meer gasten hun weg naar Ieper. Delegaties uit o.a. Joegoslavië, Brazilië, de Filippijnen en de VS zakken af naar de Werkhuizen in Ieper.

woensdag 13 juli 2011

Nieuwe afzetgebieden

Eind 1958 komt er echter een kentering in de vraag naar weefmachines. In de ondernemingsraad licht Bernard Steverlynck toe dat dit niet enkel een zaak van Belgische aangelegenheden is, maar uitsluitend te wijten is aan bepaalde landen waar de politiek er verre van rooskleurig uitziet. Zowel in Venezuela als in Cuba, twee landen waar de economie sterk op textiel is gericht, heerst er politieke onrust en is er een revolutie op til. In beide landen worden de kredietlijnen afgesloten zodat er van afzet geen sprake kan zijn. In Mexico stagneert de markt, maar ook Europese markten zoals Italië en Frankrijk liggen stil. Dit alles zorgt voor een economische stilstand voor Picañol. Daarom worden andere landen bewerkt in verschillende werelddelen om er nieuwe afzetgebieden te zoeken. Dit gebeurt in moeilijke omstandigheden. Wanneer vanuit Turkije een aanbesteding binnen komt voor levering van meer dan 700 machines voor de Sumerbank worden Omer Deschacht en technisch adviseur Tony Debruyne naar Ankara gestuurd. Na dagenlange discussies wordt bij vrieskou en op een geleende schrijfmachine in een hotelkamer een contract uitgetypt. Kopieerapparaten bestaan nog niet en met het bestaande carbonpapier kunnen maar vier exemplaren gemaakt worden. Om de arbeidsdruk nog te verhogen moeten 8 exemplaren gemaakt worden met daarenboven nog evenveel Engelstalige en Franstalige versies. De prijsberekeningen gebeuren er nog met de mechanische rekenmachine waarbij men vermenigvuldigt door aan het molentje te draaien. Wanneer daarenboven nog een gedetailleerde lijst met wisselstukken voor twee jaar moet opgenomen worden moet men een beroep doen op het thuisfront waar Robert Bastil van de dienst wisselstukken alle nodige informatie per telegram naar Ankara doorstuurt. Dit monnikenwerk is echter niet vergeefs. Er wordt een contract ondertekend voor 750 getouwen waardoor het bedrijf weer op volle toeren kan draaien.

donderdag 7 juli 2011

Picañol op de wereldexpo in 1958

Op 17 april 1958 vangt de druk besproken wereldexpositie in Brussel aan die zal duren tot 19 oktober. Ook Picañol neemt eraan deel en wel met een President-getouw op de Symatex-stand, in het Belgisch paviljoen. Op 12 juli organiseert Picañol een groepsuitstap met de harmonie voor medewerkers die de wereldtentoonstelling willen bezoeken. Op 4 september haalt Picañol de Vlaamse televisie. De Picañolacteurs – O. Deschacht, R. Desquirez, M. Dufromont en J. Liefhooghe – worden ingeschakeld voor een korte reportage. Zo had in het paleis van de metallurgie ons getouw en meteen de Werkhuizen Picañol de eer als belangrijkste lid van Symatex. De speaker van de tv stelt aan O. Deschacht enkele vragen over o.m. de evolutie van het weefgetouw in de laatste 200 jaar.
- “Waar worden deze getouwen gemaakt?”
- “Te Ieper, in het hartje van West-Vlaanderen.”
- “Worden ze ook in België verkocht?”
- “Zeker, een belangrijke Brugse modelonderneming heeft onlangs nog talrijke getouwen aangekocht, doch heel wat trekken over zee naar vreemde landen.”
- “Kunnen wij dit “helse tuig” even in werking zien en horen?”
- “Zeker.”
En daarop daverde gedurende 15 seconden het Picañolgetouw op de Expo en op de Vlaamse televisie.
(foto: Bernard Steverlynck geeft een presentatie in het Atomium)

woensdag 6 juli 2011

Telexautomatisering

In de jaren 50 staat de technologie niet stil, ook niet bij Picañol. Tot die periode gebeurt alle correspondentie met de internationale correspondenten via de telefoon, briefwisseling of telegram, maar vanaf 1955 neemt Picañol de eerste telexmachine in gebruik. Dit betekende een mijlpaal in de geschiedenis van de kantoorautomatisering van die tijd. Zowel nationaal als internationaal kunnen Picañolmedewerkers voortaan berichten doorseinen zonder gebruik te maken van telefoon of gewone geschreven correspondentie. Via het intikken van een tx-nummer (te vergelijken met het draaien van een telefoonnummer) kon men het te contacteren bedrijf bereiken. De boodschap kon ofwel rechtstreeks getypt worden, ofwel via een telexbandje op het telexapparaat geponst worden. Dagelijks zullen voortaan vele meters bandjes uit het apparaat rollen om daarna in tekstvorm te worden omgezet.