maandag 29 augustus 2011

De inhuldiging

De grote festiviteiten vinden plaats op maandag 30 oktober 1961. De inhuldiging van de industriezone op de Kasteelwijk betekent een mijlpaal in de industrialisatie van Zuid West-Vlaanderen. De inhuldiging gebeurt door de toenmalige Eerste Minister Theo Lefèvre. Naast de Eerste Minister noteren we nog Kamervoorzitter Achiel Van Acker, Minister van Economische Zaken Spinoy, Minister van Middenstand Declerck en Minister van Staat Gillon en vele andere prominenten. Terzelfder tijd worden ook de eerste gebouwen van “De Nieuwe Fabriek” officieel ingehuldigd. Het betreft de nieuwe montagehal met een lengte van 180 meter en een breedte van 42 meter. Daar zullen voortaan 25 getouwen per dag de montageketting verlaten. Hiervan zijn 95% bestemd voor de uitvoer naar andere landen. Op 18 gesynchroniseerde montageposten worden de voorverzamelingen aaneengeschroefd zodat om de 27 minuten het getouw naar de volgende post doorgeschoven kan worden. Het zijn de eerste stappen in de richting van een latere automatische montageketting. Onder de deskundige leiding van het montagehoofd Guido Manhaeve worden volledig afgeregelde machines aan de dienst verzending afgeleverd waar ze in die tijd nog meestal per spoor vanaf de laadkade naar hun bestemming vertrekken.

dinsdag 23 augustus 2011

Op zoek naar een nieuwe locatie

Waar de productie in de beginjaren op vier machines per dag was afgestemd is deze reeds opgedreven tot achttien. Stilaan komt het bedrijf nu in een situatie terecht waar de vraag naar weefgetouwen de productiecapaciteit overstijgt. De gemiddelde productie van 140 getouwen per week kan onmogelijk volstaan om aan de bestellingen te voldoen. Als gevolg van het toenemend aantal bestellingen begint het bedrijf te kampen met een gebrek aan voldoende ruimte voor het monteren van de getouwen. Daarom wordt besloten om uit te breiden naar een andere locatie. Om aan de vraag naar nieuwe industriegrond te kunnen voldoen wordt een gebied van 19 hectare tussen de Menensteenweg en de spoorlijn Ieper-Roeselare uitgerust als industriegrond. In het licht van de steeds heersende nood aan werkgelegenheid in eigen streek was het aanleggen en uitrusten van een nieuwe industriezone meer dan noodzakelijk geworden. Dank zij de inzet van de Ieperse burgemeester Albert Dehem en enkele industriëlen zal deze nieuwe vestigingsplaats voor bedrijven een nieuwe impuls geven aan de tewerkstelling in het Ieperse. Van deze nieuwe industriezone is ongeveer 10 hectare voorbehouden voor Picañol. In het voorjaar van 1961 worden op de nieuwe industriezone langs de Kasteelwijk belangrijke werken uitgevoerd. Kranen hijsen zware balken op voor het optrekken van een indrukwekkende montagehal. Na enkele maanden kunnen de machines en wisselstukken al van het complex langs de Polenlaan naar de nieuwe vestiging overgebracht worden.

donderdag 18 augustus 2011

Picañol in Atlantic City

In 1960 neemt Picañol deel aan een grote vakbeurs in de VS. In Atlantic City vindt om de vier jaar een grote show plaats van textielmachines met internationale deelnemers. Ook Picañol was er vertegenwoordigd en het President-getouw stond er in het brandpunt van de belangstelling, waardoor grote perspectieven werden geopend voor introducties in de reusachtige textielsector van de VS. Op de foto van links naar rechts G. Bruynooghe, onze monteerders Eichele, Dumerie en Carrein, Emmanuel Steverlynck en H.B. Hess. Ook te Greenville zal Picañol met veel succes aan een beurs deelnemen.

vrijdag 12 augustus 2011

De eerste BV’s op bezoek

Ook het sociaal leven blijft op volle toeren draaien. Picañol bezit op dat moment bloeiende en actieve verenigingen van voetbal, muziek en basket. Ook worden met Sint-Elooi sinds een paar jaar Ieperse revues gebracht, waarbij heel wat talenten uit de firma de kans krijgen op het podium hun ding te doen. Zo is het Iepers Operettegezelschap, dat reeds in 1956 het levenslicht zag, hoofdzakelijk samengesteld uit Picañolwerknemers. De groep zoekt ook voortdurend naar versterking: “En wij richten een bijzondere oproep tot alle werknemers, hun familie en eventuele vrienden om samen met ons nieuw leven te brengen in het Picañol en Iepers ontspanningsleven. Iedereen kunnen wij gebruiken – het moeten niet allemaal schippers naast Mathilde, Philidoors of Hypolieten zijn, noch minder Maria Callassen, B.B.’s, Louis Armstrongs of wat al meer…” Ook de eerste BV’s komen op bezoek tijdens sociale activiteiten. Zo komen de op dat moment in Vlaanderen wereldberoemde Tante Ria en Nonkel Bob langs in onze Werkhuizen.

donderdag 11 augustus 2011

Afscheid van de Omnium

Vanaf 1960 wordt besloten om de ‘Omnium’ uit het productieprogramma te schrappen en blijft er enkel nog de‘President’over die in een reeks smallere types wordt geproduceerd. De Omnium was een groot succes. Vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog werden er meer dan 8.000 van gemaakt. Stilaan komt er ook vraag naar bredere machines. Daarop besluit het bedrijf om het gamma producten uit te breiden met een reeks machines die geschikt zijn voor bredere katoenweefsels en ook voor zwaardere artikels. Gebruikmakend van zoveel mogelijk onderdelen van de bestaande producten worden twee nieuwe types op de markt gebracht.

maandag 1 augustus 2011

In het Heilig Land

Omdat er steeds grotere interesse komt vanuit Afrika gaat alle aandacht nu in deze richting. Onder impuls van Emmanuel Steverlynck worden talrijke bezoeken gebracht aan Egypte, Soedan en Saoedi-Arabië. Meerdere grote projecten in Soedan komen er langzaam op gang. Dit biedt Picañol de mogelijkheid om duizenden getouwen aan dit Afrikaanse land te leveren. In deze ‘sleutel op de deur’ projecten moeten het opstarten van de getouwen en de daarbij horende weefproeven gebeuren door de leverancier van de machines. Pas nadat de testen positief zijn worden de geleverde machines overgenomen. Intussen is Karel Steverlynck in Israël besprekingen aan het voeren over de mogelijke oprichting van een nieuwe maatschappij. Dit resulteert in een overeenkomst tot het oprichten van een montagefabriek in de omgeving van de Middellandse Zee te Ashdod, op ongeveer 35 km van de hoofdstad Tel Aviv. De plaatselijke regering is van plan om er in het najaar van 1960 een haven uit te bouwen zodat deze stad de voornaamste zuidelijke haven van Israël zal worden.
Op 12 mei 1960 wordt in aanwezigheid van talrijke genodigden het nieuwe bedrijf ‘Metapic’ officieel geopend. De Israëlische Minister van Handel en Nijverheid Pinhas Sapir mag er het symbolisch lint doorknippen. Door het monteren van getouwen buiten Ieper is Picañol in staat om voor de regio in het nabije oosten met kortere levertermijnen te werken. Door het inplanten van deze montagehal is Metapic het eerste Belgisch bedrijf dat zich onder eigen naam in Israël gaat vestigen en tevens het enige dat er zorgt voor de productie van weefgetouwen.