1996: De Gamma-grijperweefmachine

In 1996 lanceert Picanol de Gamma-grijperweefmachine. De machine wordt aanvankelijk aangedreven door een koppel/rem-eenheid maar vanaf 1999 door een ‘direct drive switched reluctance motor’. Deze motor krijgt de bijnaam SUMO Super Motor (Sumo omdat hij heel snel een groot gewicht kan verplaatsen). Deze technologie betekent weer een nieuwe mijlpaal in de elektronische beheersing van het weefproces. De machinesnelheid kan vanaf nu ook tijdens het weven worden aangepast. Ook de Gamma is uitgerust met het Quick Style Changesysteem. Een Gamma type 190 haalt een snelheid van 600 inslagen per minuut. Foto: Prins Filip start nieuwe weefmachines bij de heropening van Woodard Textile Mills Sdn. Bhd. (Maleisië, 1996)

1995: technologische vernieuwing in de gieterij

Ook in de jaren 90 blijft Picanol inzetten op technologische vernieuwing. Zo wordt in 1995 bij Proferro een nieuwe smeltinstallatie geïnstalleerd, een modern duplexinstallatie met een ovencapaciteit van 18 tot 27 ton per uur. In 1996 start Proferro met de productie en de verkoop van nodulair gietijzer om in te spelen op de wijzigende marktvraag. Datzelfde jaar volgt de lang aangekondigde investering voor de afwerking van frames (of bâtis): drie horizontale numeriek gestuurde bewerkingscenters van het type Mandelli die gekoppeld worden aan een central computer.

1993: expansie in Azië

In 1993 behaalt Picanol het ISO 9001-certificaat, een garantielabel voor de kwaliteit van de producten en diensten. Picanol is de eerste weefmachinebouwer ter wereld die het ISO-9001 certificaat behaalt. In zijn dankwoord benadrukt Patrick Steverlynck het belang van kwaliteit om wereldwijd een toonaangevende rol te kunnen blijven spelen. Intussen breidt Picanol zijn activiteiten verder uit in Azië. Zo opent Prins Albert van België in 1993 een vernieuwd Picanol trainingscentrum in Sjanghai. Een jaar later volgt de verdere expansie door de oprichting van de joint-venture Suzhou Picanol Textile Machinery Works (SPT). In 1995 start de montage van weefmachines in China: de GA733 (de Chinese versie van de GTM-A). Vanaf dat jaar rollen in China de eerste machines van de band. Eberhard Huettl, Urbain Osaer en Marc Trioen zijn ter plaatse om alles in goede banen te leiden. De machines zijn in het begin enkel voor de Chinese markt bestemd.

1993: lancering Omni & Delta

Begin 1990 produceert Picanol een recordaantal machines én realiseert het zijn hoogste omzet sinds zijn ontstaan. Maar in de tweede jaarhelft komt er een abrupt einde aan dit succes. De conjunctuurdaling, de recessie in de VS en de Golfcrisis zorgen voor een groot aantal annuleringen en uitstel van bestellingen. Deze tegenslagen beletten Picanol niet om zijn koers verder te zetten. Het bedrijf investeert in montagelijnen, nieuwe apparatuur en montagerobots. Ook R&D blijft essentieel. In 1992 komt een nieuwe generatie luchtweefmachines op de markt: de veelzijdige Omni en de eenvoudigere Delta. De Omni biedt nieuwe mogelijkheden voor het weven van verschillende kleuren in smalle en grote rietbreedtes. Beide machines zijn te verkrijgen met het unieke Quick Style Change-systeem, waarmee één persoon in 30 minuten een weefmachine kan uitrusten en instellen voor een totaal ander weefsel. De Omni (190 cm breed) haalt een snelheid van 1.000 inslagen per minuut, de Delta tot 800 inslagen. Foto: reclamecampagne uit 1992.

1989: Afscheid van Jaime Picañol en 10.000ste PAT-luchtweefmachine

Op 13 augustus 1989 krijgt Picanol bericht dat Jaime Picañol Camps, de Catalaanse uitvinder aan wie de groep haar naam dankt, in Spanje overleden is. In 1936 kwam hij aan het hoofd van de ontwikkeling van de weefgetouwen. Eind 1936 slaagde hij erin de ‘Omnium’, de eerste productierijpe weefmachine, op de markt te brengen. Het eerste Picañolweefgetouw was een schietspoelmachine, waarbij zonder stoppen een nieuwe, volle spoelpijp in de schietspoel werd geslagen. Jaime was tot begin jaren 70 betrokken bij de ontwikkelingsafdeling. Na zijn loopbaan bij Picanol keerde hij terug naar Spanje. In 1989 splitst Picanol zijn gieterijafdeling af van de andere activiteiten en brengt het deze activiteit onder in de vennootschap Proferro NV. Aan de basis ligt de vaststelling dat twee derde van de omzet van de gieterij buiten Picanol wordt gerealiseerd. Verder is er ook in 1989 een participatie in het toenmalige elektronicabedrijf Protronic (nu PsiControl Mechatronics). Op 10 november 1989 wordt de 10.000ste PAT-luchtweefmachine geïnstalleerd, bij de Italiaanse klant Gruppo Tessile Miroglio. Eduardo Miroglio drukt onder toezicht van Patrick Steverlynck de startknop in.

Afscheid van het schietspoelgetouw

Op 22 januari 1988 rolt het laatste schietspoelgetouw van de band, een CMC-U-MDC TC 176 cm voor tire cord – het einde van een tijdperk. In de loop van 52 jaar heeft Picanol meer dan 170.000 schietspoelmachines over de hele wereld geleverd. Tussen november 1989 en mei 1990 zullen de laatste schietspoelgetouwen van Picanol (na een lange wachttijd op de kade) gemonteerd worden bij African Textile Mill, Oeganda. Nog in 1988 komt de allereerste Chinese klant van Picanol, Nantong No. 3 Cotton Mill, op bezoek in Ieper. In 1979 had Picanol 100 MDC-machines aan deze weverij geleverd. Dit betekende de doorbraak van Picanol op de Chinese markt. In de gieterij wordt in juni 1988 voor de laatste keer aluminium gegoten. De aluminiumgieterij is dan meer dan 30 jaar actief geweest, o.a. met kwaliteitsgietwerk van plaatmodellen onder lage druk.

Picanol rules the weaves in Parijs

1987 is opnieuw een ITMA-jaar, met na 1971 opnieuw Parijs op het programma. ITMA Parijs trekt 160.000 bezoekers, vijf keer meer dan de eerste ITMA-editie in 1951 in Rijsel. Ook Picanol is opnieuw aanwezig. Rondom het ‘Parc des Expositions’ wordt een gordijn van Picanolaffiches opgetrokken die het nieuwe imago van customer satisfaction weerspiegelen: Picanol Rules the Weaves! Nog in 1987 verandert de naam Picañol in Picanol (zonder tilde) en wordt het Picanol Service Center in Sjanghai uitgebouwd. In de loop van 1987 wordt ook de productie-infrastructuur in Ieper aangepast. Het bedrijf splitst de productieafdelingen op in kleinere eenheden waardoor men gelijkaardige werkstukken kan groeperen en afwerken in een gespecialiseerde productiecel. In 1987 lanceert Picanol ook een eigen magazine – Picanol News – waarmee het klanten en prospects regelmatig op de hoogte brengt van nieuwe ontwikkelingen. Het magazine verschijnt in vier talen: Engels, Duits, Frans en Chinees.