Op 16 juni 1961 kent het Nederlandse Almelo een Ieperse invasie. Hier, in het centrum van de Twentse linnennijverheid, bevindt zich het textielconcern Ten Cate. Net als Ieper is dit een landbouwstreek waar de boeren naast graan ook vlas telen. We vinden hier dan ook veel thuiswevers en –spinners. Maar ook hier zet de verdere industrialisatie zich geleidelijk door. De handgetouwen verdwijnen en modernere machines komen in de plaats. Hieraan heeft Picañol een aanzienlijke bijdrage geleverd. Het was al in april 1956 dat Picañol zijn eerste weefgetouw aan Ten Cate leverde. Deze samenwerking bereikt zijn hoogtepunt wanneer in 1961 de 2.500ste machine aan de Nederlandse klant wordt geleverd. Een mijlpaal als deze mocht niet onopgemerkt voorbijgaan. Daarom wordt onder begeleiding van de Harmonie Picañol, de Ieperse katten en reuzen, en in aanwezigheid van heel wat personaliteiten het 2.500ste getouw aan de grootste textielonderneming van Nederland overhandigd. Nicole I, de Ieperse Kattenkoningin, krijgt de eer om het Picañolgetouw te starten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten