vrijdag 29 april 2011

Van Klaroen tot WAP’s

Op 12 september 1949 verschijnt het eerste nummer van ‘De Klaroen’ dat wordt uitgegeven onder impuls van de Harmonie Picañol. Daarin worden wat nieuwtjes van de fabriek en de Harmonie neergepend. Twee jaar later verschijnt het eerste exemplaar van WAP’s Nieuws (Weef Automaten Picañol). Het wordt uitgebracht op 1.000 exemplaren. Deze krant moet de band tussen het bedrijf en de werknemers nog dichter maken. De krant moet tevens de laatste nieuwtjes uit de fabriek algemeen bekend maken. Er wordt vooral aandacht besteed aan de sociale rol die het bedrijf speelt buiten de dagelijkse werksleur. Dit komt tot uiting in de vele sportcommentaren van de diverse ploegen die in het bedrijf hun oorsprong hebben gevonden. Later wordt regelmatig verslag uitgebracht over buitenlandse reizen van directieleden. Ook interviews met journalisten worden met de regelmaat van de klok onder de rubriek “Penecho’s” aan de personeelsleden kenbaar gemaakt. Wie met pensioen gaat krijgt in het blad een uitvoerige levensbeschrijving.

dinsdag 26 april 2011

Buitenmonteurs

De beste reclame die voor een firma gemaakt kan worden, is mondelinge reclame. Daarbij mogen we zeker de verdiensten niet vergeten van de talrijke mensen in de frontlijn, zij die de machines moeten opstarten bij de klant; de ‘buitenmonteerders’ of ‘buitenmonteurs’. Zij vormen een heel belangrijke schakel tussen Picañol en zijn klanten. Hun opdracht bestaat uit het monteren en opstarten van nieuwe machines of het ombouwen van bestaande. Ze testen ook proefgetouwen en geven instructies aan de technici van de klanten. Eind 1947 reist Roland Desquirez, hoofd van de dienst buitenmonteerders, per vliegtuig naar Argentinië om er bij Algodonera Flandria van Jules Steverlynck een levering Omnium-getouwen te gaan inspecteren. In die tijd bestonden er echter nog geen montagehandleidingen waardoor de techniekers vooral op hun ervaring waren aangewezen. Tijdens de jaarlijkse bedrijfsvakantie wordt in allerijl nog door chef monteerder Maurits Dufromont een “Manuel de réglage” samengesteld. Nieuwkomer Tony Debruyne zorgt voor de nodige illustraties. Om het geheel voor de plaatselijke gebruiker verstaanbaar te maken zorgt de Catalaan Romero voor de Spaanse vertaling.De opdrachten zijn niet altijd van korte duur, de buitenmonteurs kunnen ook voor maanden weg zijn. Soms in zeer moeilijke omstandigheden. De accommodaties en werkomstandigheden kunnen dan een avontuur op zich zijn. Sommigen werken in hun geboorteland, maar er zijn ook streekgenoten zijn die jarenlang in het buitenland vertoeven. Voor sommigen onder hen zal hun huwelijk met een plaatselijke schone daar wel niet vreemd aan zijn. Het leven tussen mensen die een andere taal spreken, in een andere cultuur, met soms totaal andere leefgewoonten is niet steeds eenvoudig. De buitenmonteurs lopen er bijvoorbeeld het risico om door de douane als drugsverslaafde aanzien te worden, wanneer men voorzien is van de nodige inentingen tegen tropische ziekten. Zelfs het fotograferen van de eigen Picañol-getouwen bij een montage in Joegoslavië, tijdens het communistisch regime, kan voldoende zijn om als spion beschouwd te worden en naar het politiebureau geleid te worden. Ook de reis is reeds een hele onderneming. Het vliegtuig lijkt de beste manier om te reizen. Maar vooraleer men er midden een tropisch bos kan landen, moeten de plaatselijke ordediensten eerst de koeien en andere wilde beesten van de landingspiste verjagen. In 1950 bestaat de ploeg ‘buitendienst’ slechts uit zes personen: Raf Versaevel, Hector Seynaeve, Jerome Leire, Georges Anseeuw, Jules Verhas en Robert Carrein. Maar stilaan groeit hun aantal. (foto: Roland Desquirez met een ‘nargilé’ of Arabische waterpijp op bezoek bij de Egyptische weverij MISR te Helouan)

dinsdag 19 april 2011

Oprichting van de Picañol Harmonie

Ook muzikaal draagt Picañol zijn steentje bij. In 1947 wordt de Harmonie Picañol boven de doopvont gehouden. Enkele werknemers met muzikale aanleg steken de koppen bijeen en richten een muziekmaatschappij op. Aanvankelijk is het de bedoeling om de fabrieksfeesten op te fleuren. Onder leiding van voorzitter Maurits Quaghebeur en medestichter (saxofonist) Daniel Debrouwer en met als dirigent Etienne Ossieur gaat de eerste uitstap met de tram richting Zillebeke. In de tuinen van het kasteel van Jaimé Picañol, nabij de Zandberg, wordt een serenade gebracht aan hun erevoorzitter. Het jaar nadien neemt Bernard Steverlynck echter al de rol van erevoorzitter op zich. Tegen 1949 zijn de muzikanten van de Harmonie al te bewonderen in een eigen uniform. Van bij het ontstaan neemt de Harmonie deel aan het jaarlijks Sint-Elooisfeest en het feest van Sint-Cecilia. De eerste buitenlandse verplaatsing gebeurt met een sliert bussen naar de ITMA-tentoonstelling in Rijsel in 1951. Om haar vijfjarig bestaan te vieren wordt in 1952 een eerste concert gegeven op de Vandenpeereboomplaats in Ieper. Ieder jaar staan ook talrijke uitstappen op het programma waaronder deze naar de Nederlandse stad Almelo, om een grote bestelling machines te vieren. Het Picañol-korps heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het ontspanningsleven, niet alleen in de Westhoek, maar ook ver daarbuiten. (foto: de harmonie in 1947)

donderdag 14 april 2011

Uitbreiding naar het buitenland

Tot nu toe strekte het afzetgebied van de Omnium zich uit tot gebieden die geografisch nog relatief dicht bij Ieper liggen. Behalve aan België wordt er voornamelijk geleverd aan enkele kleinere weverijen in het noorden van Frankrijk, een beperkt aantal in Nederland en een paar klanten in Duitsland. Tijd dus om ook de grotere weverijen te overtuigen van de kwaliteit van de Picañolproducten. Met dit doel voor ogen wordt in 1947 voor het eerst deelgenomen aan een internationale beurs in Hannover. Alhoewel deze tentoonstelling nog kleinschalig is, leidt dit voor Picañol tot een kleine geografische uitbreiding van zijn afzetgebied. De grote afnemers blijven echter nog steeds buiten bereik. De jaarbeurs in Utrecht in 1948 vormt de aanleiding om voor de eerste maal Nederlandse successen te boeken. Onder impuls van algemeen directeur Maurice Huvelle worden zoveel mogelijk potentiële klanten bezocht om ze te overtuigen van het Picañolgetouw. Soms komt er veel inventiviteit en doorzettingsvermogen om de hoek kijken. Het documentatiemateriaal is nog steeds eerder beperkt en van de computer is nog helemaal geen sprake. Alles dient nog met de hand getekend te worden en is nog zeer tijdrovend. In 1949 werkt Picañol met 400 medewerkers, goed voor ongeveer 6 weefmachines per dag.

vrijdag 8 april 2011

Oprichting van de afdeling wisselstukken

In 1947 is er nog geen sprake een aparte afdeling voor wisselstukken. Wanneer een bepaald stuk nodig blijkt te zijn, zorgt het studiebureau voor de productie en de levering. Na verloop van tijd is er echter nood aan een meer georganiseerde dienst wisselstukken om de opvolging en de modernisering van de machines beter te kunnen coördineren. Hiervoor wordt een beroep gedaan op Robert Bastil die sinds enkele jaren werkzaam is in het studiebureau. In samenwerking met Gilbert Minnekeer wordt een nieuwe afdeling gestart. Als volleerd ontwerper blijkt Robert de geschikte man te zijn om de problemen bij de klanten ter plaatse te bestuderen en technische transformaties aan te brengen. In deze periode heeft Picañol slechts één model ‘Omnium’ in productie, terwijl de concurrentie een breed gamma van smalle en lichte machines op de markt brengt. Toch zijn er weinig constructeurs die brede en robuuste getouwen kunnen aanbieden. Zoals haar naam het zegt kan de Omnium veel soorten garens aan. Het gamma varieert van licht verbandgaas, gordijnen en voile over werkkledij tot oersterke broekstof in corduroy. Dit blijkt een belangrijke factor te zijn in het succes van het bedrijf. Het stelt Picañol niet alleen in staat om op een rationele manier een eenvoudiger getouw te maken, maar biedt de klant tevens het grote voordeel dat weinig wisselstukken in voorraad moeten gehouden worden. Door het productieapparaat nauwgezet te volgen, kan het bedrijf een precieze afwerking van de onderdelen verzekeren. Dit draagt er toe bij dat de Omnium bij de klanten een reputatie van hoge betrouwbaarheid heeft opgebouwd.